Wit en bruin vet

Het effect van cryotherapie op wit en bruin vet

Stel je voor dat wij vandaag de dag niet de luxe zouden kennen van warme truien, jassen, wanten en een continue behaaglijkheid in onze goed geïsoleerde huizen. Het zou ons linea recta terug in de oertijd zetten. Stel je nu dit verre verleden voor waar lichaamsbeharing als huidbedekking niet hip, sexy of stoer, maar pure noodzaak was. Ook de vrouw was functioneel bedekt met dit uiterst natuurlijke fenomeen. En daar hoogstwaarschijnlijk ook erg dankbaar voor! Al is het waarschijnlijker dat ze daar niet tot nauwelijks bij stil hebben gestaan en wij tegenwoordig maar al te veel. Al wat natuurlijk groeide werd destijds niet redeloos geacht, omdat het dat ook niet was. In deze tijd voor de moderne vrouw nagenoeg ondenkbaar en vele mannen zullen zich daarbij aansluiten. Haar is optioneel en heden ten dage vooral nog van esthetische waarde: tekenend en herkenbaar. Als overlevingsfunctie lijkt de evolutie lichaamsbeharing achter zich te laten. Naast de luxes van de 21e eeuw teren we gelukkig verder op een oeroud onderhuids mechanisme wat weer naar het oppervlak mag komen.

We hebben dus niets te vrezen als we ooit nog eens zonder kleren in de kou komen te staan.

Menigeen probeert ook hier van af te komen, niet beseffend dat het in extreme situaties ons beste overlevingsmechanisme is. Het is tegenstrijdig genoeg, naast een modewoord en boven de weegschaal onze meest gehekelde vijand, in deze context ons beste vriend: vet. De algemene veronderstelling is dat degenen met de dikste vetlaag een strenge winter eerder zullen overleven dan degenen zonder maar niets is minder waar!

De mens onderscheidt net als alle zoogdieren twee typen vet: wit en bruin vet.

Waar wit vet voornamelijk als opslag dient, is het vooral bruin vet wat werkzaam is wanneer we koude omstandigheden moeten trotseren. Wanneer de koude receptoren in onze huid dalingen in temperatuur detecteren, zetten de bruine vetcellen vetzuren en glucose om in warmte, waardoor de lichaamstemperatuur via het bloed stijgt. Wit vet kan worden omgezet in bruin vet door beweging en kou, maar dit is een langduriger proces en vraagt training. Wanneer we het koud hebben, gaan we rillen. Dit is nodig om warmte te genereren. Bloedvaten in de minder belangrijke delen van het lichaam vernauwen, waardoor het bloed terugstroomt naar de lichaamsdelen met grotere prioriteit om te blijven functioneren en in extreme situaties om zo lang mogelijk in leven te blijven. Want het is van levensbelang dat onze lichaamstemperatuur niet onder de 35 graden zakt. Dit mechanisme kunnen we trainen door te sporten, maar dus ook door blootstelling aan kou.

Thuis een ijsbad nemen of zwemmen in natuurwater vlak boven het vriespunt vergen oefening in mentaliteit en ademhaling, maar zijn qua intensiteit en toegankelijkheid niet voor iedereen weggelegd. Daarvoor bied Whole Body Cryo (‘cryos’, Grieks voor kou) een betere uitkomst om hetzelfde effect te bereiken. Een fractie van de tijd die nodig is bij het onderdompelen in ijswater, namelijk 3 minuten, in een ruimte met droge lucht gekoeld tot -110 graden celcius, is vele malen minder heftig en veel meer toegankelijk. De fysiologische processen die onderhuids plaatsvinden zijn nagenoeg identiek. Het bruine vet produceert direct energie en indirect verbrand het ons witte, stilstaande vet.

Tegelijkertijd afvallen en ons beter bewapenen tegen toekomstige koude-situaties: wie wilt dat nou niet?

We voelen ons fitter en vitaler en kunnen zodoende met meer levenslust de dag tegemoet treden. We bouwen op een natuurlijke manier resistentie op en worden merkbaar sterker. En alsof dat allemaal nog niet voldoende is, ontstaat er op psychisch niveau meer rust en helderheid, wat onze gehele uitstraling ten goede komt. Dat thuis de thermostaat een tandje naar beneden kan is een financieel en milieutechnisch gemak wat zijdelings ook best genoemd mag worden.

Wie kortom het effect van cryotherapie serieus neemt, zal niet van een koude kermis thuiskomen, maar de overvloedige weldaad van een warm bad ervaren. Met of zonder toffe baard.

Bronnen: Wikipedia en het boek ‘Koud kunstje’ van Wim Hof en Koen de Jong